De plukvacht bestaat uit twee lagen haar: de harde, stugge bovenvacht en de zachte, warme ondervacht.
Bij het plukken wordt de bovenste dode laag verwijderd.
Dit gebeurt met de hand of met een trimmes.
Hierna is er alle ruimte voor de nieuwe bovenvacht die na een half jaar ook weer zal uitvallen.
Als deze vacht niet wordt verwijderd bestaat er een risico dat de hond erg gaat krabben en zichzelf stukbijt.
Met strippen wordt de helft van de bovenvacht geplukt, waardoor er bij de volgende trimbeurt een vacht van drie maanden overblijft.
Vaak vindt men dit resultaat mooier, dan twee keer per jaar een kort geplukte hond.
Plukken wordt twee keer per jaar gedaan en strippen vier keer per jaar. Uitzonderingen natuurlijk daargelaten!
Na het plukken of strippen zijn er honden die heftig op een wasbeurt reageren en dus kan bij deze behandeling niet altijd gewassen worden.
Niet iedere hond is geschikt om te kunnen plukken, dit verschilt per vacht.
